over ons

guido over ziggy

Ziggy is de eigenwijze koning van de straat, de trotse keizer van de druk bereden weg, de ietwat norse admiraal van de regenbaan. Onbevreesd staat-ie naast me, mijn wegkapitein Ahab, waar ik ook heen wil – waar ik ook heen stuur. Trouw volgt hij, klaagt zelden en ongeacht waren we komen, dit kosmopolitisch mirakel voelt zich op zijn gemak. 

Hij is betrouwbaar, sterk, geeft geen krimp onder de ziedende zon, rolt probleemloos over onvriendelijke kiezelsteentjes, heeft een bovengemiddelde hoeveelheid doorzettingsvermogen en qua onderhoud, ik heb er geen omkijken naar. Uitgerust en onverzettelijk als hij is, altijd klaar voor de komende kilometer, de volgende bocht, een nieuw dorp.

Ziggy verhoogt mijn moreel door nonchalant tegen een lantaarnpaal te leunen, legt mijn zwakheden haarfijn bloot, laat mij inzien wat pijn is, het verschil tussen afzien en lijden, schenkt mij dagen waarop ik me Hercules waan, geeft mij kleur, creativiteit, inspiratie, voedt mij met tintelende levenslust. 

Ziggy laat mij groeien en herschept eigenhandig de definitie van vrijheid. Ziggy laat mij niet goed of fout zijn, hij laat mij Guido zijn, goed en fout. En alleen daarom al is Ziggy een tweewielig enigma.

ziggy over guido

Guido is, als je het mij op de fiets af vraagt, een combinatie tussen een pantoffelheld en een blinde ijveraar. Ik bedoel daarmee: hij praat, mijmert en filosofeert er lustig op los maar kan, als de wind in de juiste richting waait of we op een eerlijke beklimming stuiten, zonder gepiep en gekraak ook aardig doortrappen.

Hij houdt van het betrappen van onoplettende dieren die ons niet horen of zien aankomen. Hij heeft een zwak voor de vos, de otter (hebben we tot nog niet gezien) en zo’n beetje alles dat vliegt. Met name de boerenzwaluw en de ijsvogel kunnen op zijn bewondering rekening. Ook gaat hij graag in de berm liggen, pauzeert hij bij voorkeur op een terras waar hij kan observeren en kan hij minutenlang staren naar voorbijdrijvende wolken, minuten die we mijn inziens beter kunnen besteden aan het daadwerkelijk onderweg zijn. 

Verder zou ik hem willen typeren als onhandig, op gezette tijden gevaarlijk roekeloos, buitengewoon opgewekt met een zwart randje en een allemansvriend: hij kan opvallend goed overweg met een brede groep homo sapiens. Ik denk dat het vele lachen hier debet aan is. Hoe dan ook, hij laat de pedalen draaien en we komen ergens en dat is het voornaamste.